Nederlands
Solidariteitsdag met Venezuela: “Er is weer hoop voor de linkerzijde.”
- 18 April 2006
Tijdens het paasweekend een activiteit organiseren is riskant voor de opkomst. Daarom hadden we bij de eerste solidariteitsdag voor Venezuela gemikt op een honderdtal aanwezigen. De kassa telde er echter 131, waarbij je nog een twintigtal anderen mag rekenen. De Bolivariaanse Revolutie beroert blijkbaar vele harten in links Vlaanderen!
Op initiatief van de campagne ‘Handen af van Venezuela’ werkten zeventien verenigingen samen om op zaterdag 15 april een solidariteitsdag met Venezuela op touw te zetten. De Algemene Centrale Antwerpen-Waasland (ABVV) stelde haar zaal ter beschikking, die voor de gelegenheid versierd werd met allerlei Bolivariaanse en revolutionaire affiches en doeken. In de inkomhal stonden boekenstands van het Salvador Allende Komité, PSC-Open Huis, Vrede, Iniciativa Cuba Socialista, Handen Af van Venezuela en Vonk. Op de stand van Handen Af van Venezuela en Vonk verkochten we voor 241,5 euro aan materiaal, waaronder uiteraard veel materiaal over Venezuela (brochures, boeken, stickers, badges, DVDs, T-shirts) maar ook klassiekers van het marxisme en ons blad Vonk.
Wat opviel was de verscheidenheid van het publiek: jongeren, gepensioneerden, de brede linkerzijde, de arbeidersbeweging, de ‘Vierde Wereld’. Van De Algemene Centrale waren enkele secretarissen en medewerkers aanwezig, evenals mensen uit bedrijven zoals Total, Degussa, Bayer en Agfa Gevaert. Ook Latijns-Amerika was goed vertegenwoordigd met onder andere mensen uit Venezuela natuurlijk, uit Cuba, Bolivia, Ecuador, Colombia en Chili. Een kleine zeventig mensen lieten hun naam en adres achter om op de hoogte te blijven van Handen Af van Venezuela.
Begeesterende documentaire
De namiddag begon met een welkomstwoord van Danny Pauwels van De Algemene Centrale. Hij legde uit dat de AC zijn deuren openzet voor dergelijke initiatieven omdat een vakbond meer moet doen dan de rechten op de werkvloer verdedigen. De vakbond heeft ook een algemene vormende en sociale taak naar zijn militanten en leden.
Hierna gaf Nick Deschacht een kort woord uitleg bij het opzet van de dag, waarna het eerste luik van start ging: de vertoning van “The Revolution will not be televised”, een documentaire van Kim Bartley en Donnacha O’Brian, twee Ierse journalisten die in 2002 als bij toeval midden in de eerste staatsgreep van de 21ste eeuw belandden. Toen ze een reportage maakten over president Hugo Chavez zaten ze heel toevallig op de eerste rij om een poging tot afzetting van de regering mee te maken. De bijzonder chique beurskrant The Wall Street Journal noemt Venezuela en Chavez dan ook terecht “Washingtons grootste Latijns-Amerikaanse nachtmerrie na die andere oude kopzorg Cuba”. Mogelijk was dit de kortste gelukte staatsgreep uit de geschiedenis. Na 48 uur zat Chavez immers terug in het zadel. Maar weinigen trekken er de juiste lessen uit. Wat immers op het eerste gezicht leek op de zoveelste klassieke Latijns-Amerikaanse staatsgreep, verschilt van andere operette-achtige vertoningen door het feit dat deze doodbloedde door de massale en actieve steun van het overgrote deel van de Venezolaanse bevolking voor Chavez. Hoewel de officiële staatszender uit de lucht was gehaald en hoewel de adviseurs van Chavez geen enkele oproep tot de bevolking hadden gedaan, waren het de honderdduizenden die met hun actieve deelname aan de protesten de rechterzijde uiteindelijk in het zand deden bijten.
Na de film bracht Maya Wuytack enthousiast verslag van haar ervaringen op het Wereld Jongeren Festival in Venezuela. Maya is de dochter van Frans Wuytack, die in 1966 als priester-arbeider al actief was in de armste wijken van Caracas. Maya schrijft momenteel een boek over haar vaders ervaringen in Venezuela en haar broer maakt daar een film, eveneens met referenties naar de Bolivariaanse Revolutie.
Ontwikkelingshulp van Zuid naar Noord
De pauze werd gevolgd door Alejandro Fleming, de ambassadeur van Venezuela, die iedereen hartelijk dankte voor het organiseren van deze solidariteitsdag. “Op 11 april 2002 kwam een kleine minderheid in opstand tegen de Bolivariaanse regering. Die minderheid had tot dan toe altijd de macht in handen gehad. Het volk is er echter in geslaagd de dictatuur omver te werpen en de democratie opnieuw in te stellen. Maar niet om het even welke democratie, wel de ‘participatieve en protagonistische’ democratie waardoor het volk zelf de macht uitoefent.”
Het tweede luik van de dag bestond uit een reeks getuigenissen van mensen die de Bolivariaanse revolutie met eigen ogen hadden aanschouwd. Moderator Georges Spriet van Vrede gaf onmiddellijk Wouter Van Damme het woord. Wouter is lid van COMAC en hij bezocht samen met een dertigtal Belgische jongeren het Wereld Jongeren Festival in Caracas in de zomer van 2005. Hij gaf eerst een socio-economische beschrijving van Venezuela als olieland met enorme rijkdommen, die echter voornamelijk in buitenlandse privé-handen terecht komen. Vervolgens legde hij uit hoe de regering van Chavez probeert zich los te wrikken uit haar economische afhankelijkheid van de VS.
Erik Demeester schetste de doelstellingen van de campagne Handen af van Venezuela: steun zoeken voor de Bolivariaanse revolutie in de internationale arbeidersbeweging en het verstrekken van juiste informatie. Hij gaf een levendige beschrijving van het revolutionaire proces als een bewuste deelname van de massa’s aan de politiek, door een enorme organisatiedrang van onderuit en een bewustwording bij de armsten, de arbeiders en de vrouwen. Daar tegenover stelde hij de sabotagepogingen van de burgerij en de rechterzijde om de economie ten gronde te richten. Chavez reageert hierop door bedrijven die door hun eigenaars worden gesloten te onteigenen en onder arbeiderscontrole te plaatsen. Dit proces is dus een levend laboratorium voor socialistische experimenten, dat de internationale arbeidersbeweging zorgvuldig dient te volgen. Erik besloot met te wijzen op het belang van de evolutie in het denken van Chavez. “In 1998 speelde Chavez nog met het idee om een bijeenkomst te organiseren over de Derde Weg van Tony Blair. Op basis van zijn ervaringen zag hij echter in dat er niet zoiets bestaat als ‘een kapitalisme met een menselijk gelaat’. Nu zegt hij dat we de weg moeten opgaan van socialisme en daarbij de klassiekers kritisch moeten bestuderen. Welke regeringsleider durft vandaag nog praten over socialisme?”
Xavier Declerq, algemeen secretaris van Oxfam Solidariteit, en Francine Mestrum van ATTAC namen deel aan het Wereld Sociaal Forum, de internationale bijeenkomst van andersglobalisten die in januari 2006 doorging in Caracas. Ze kwamen duidelijk geïnspireerd terug. Xavier werd gevraagd om meer uitleg te geven bij de relatie tussen Venezuela en Cuba. Hij toonde hoe beide landen zeker sinds de Bolivariaanse revolutie een zeer sterke band hebben, zowel economisch als qua solidariteit. Daarover had hij ook een vraag aan de ambassadeur van Venezuela, die daarop een zeer interessant antwoord gaf. Volgens Alejandro Fleming mogen we de samenwerking tussen Venezuela en Cuba zeker niet als iets puur economisch benaderen. Hij gaf als voorbeeld de ‘mision Milagro’, een programma waarbij de regering mensen met oogproblemen laat verzorgen in Cubaanse ziekenhuizen zodat ze terug beter kunnen zien. “De economische integratie staat dus ten dienste van het volk.” Vervolgens wees hij erop dat Venezuela breekt met een hele hoop schema’s. Bijvoorbeeld met de representatieve democratie. “In Venezuela gaan we een stap verder met de participatieve democratie waarbij het volk veel sterker deelneemt aan de politiek. Ook het socialisme dat we voorstellen breekt met oude schema’s. Het is het socialisme van de 21ste eeuw. We willen niet de fouten van het verleden herhalen. Je moet de klassiekers lezen en lessen trekken uit verleden. Wij willen geen model opleggen.”
Tenslotte gaf Francine Mestrum een aangrijpend verslag van de eerste verwezenlijkingen van de Bolivariaanse revolutie: analfabetisme is verdwenen in enkele jaren, overal in de armenwijken wordt medische zorg verstrekt door samenwerking met Cubaanse dokters. Volgens Francine bewijst Venezuela hiermee dat er een alternatieve politiek mogelijk is. “Ik denk dat die boodschap het allerbelangrijkste is.” Ze verwees daarbij naar de zogenaamde Millenniumdoelstellingen waarmee de Verenigde Naties tegen het jaar 2015 de armoede willen halveren. Het is nu al duidelijk dat ze dit niet zullen halen en dat “terwijl de Millenniumdoelstellingen zeer klein zijn in vergelijking met de verwezenlijkingen van Venezuela in enkele jaren tijd!” Verder legde ze uit dat de Venezolaanse regering goed inziet dat je allerlei sociale noden zoals onderwijs, medische zorg, goede watervoorzieningen enzovoort, niet van elkaar kan loskoppelen. Wat heb je aan degelijk onderwijs als je geen drinkbaar water hebt? Bovendien koppelt Chavez de sociale ontwikkeling ook aan economische ontwikkeling, bijvoorbeeld door land te geven aan arme boeren. Ten slotte wilde Francine benadrukken dat Chavez iets zeer belangrijk heeft gedaan met de beweging van de andersglobalisten: hij heeft die gepolitiseerd. “En ik kan alleen maar hopen dat dit zich voortzet!” Het applaus toonde dat de zaal het daar volmondig mee eens was.
Vanuit de zaal kwamen nog enkele interessante bijdragen. Erik De Bruyn maakte de aanwezigen erop attent dat we hier ontwikkelingshulp van Zuid naar Noord zien. Venezuela geeft ons hoop en reikt experimenten met socialisme aan. Iemand stelde de vraag hoe we een nederlaag zoals die van de Sandinisten in Nicaragua kunnen vermijden. Het panel antwoordde vanuit verschillende invalshoeken en Erik Demeester besloot dat vooral het Trojaanse Paard weggehaald moet worden: het kapitalistisch staatsapparaat en het privé-bezit van de industrie, waardoor kapitalisten constant de economie kunnen boycotten. Tenslotte pleitte Wim Benda voor het verenigen van de linkerzijde en de arbeidersbeweging rond de Bolivariaanse Revolutie. Die solidariteit is nodig uit zelfverdediging want een nederlaag in Venezuela zou voor demoralisatie zorgen in heel de wereld. “Maar ook omdat we de dijk van het kapitalisme ergens moeten breken. In Venezuela ligt een kans om het kapitalisme te overwinnen. Wij moeten die kans met beide handen grijpen!”
De ambassadeur van Cuba, Elio Eduardo Rodríguez Perdomo, stelde dat met de toekomst van Venezuela de toekomst van Cuba, Latijns-Amerika en heel de Derde Wereld is verbonden. Solidariteit met Venezuela is dus solidariteit met Cuba.
Als afscheidswoord stond Gust Haverbeke, gewestelijk secretaris van ACOD-Limburg, stil bij het belang van Venezuela voor de Belgische vakbeweging. Hij betreurt dat in de vakbond te veel mensen zich terugplooien op corporatisme en weigeren over het muurtje van hun vakbond te kijken. Dat staat in schril contrast met de militanten. “Als je uitlegt dat stress op het werk, herstructureringen enzovoort, veroorzaakt worden door de globalisering dan worden mensen solidair en dan zie je hen op betogingen.” Dat De Algemene Centrale Antwerpen-Waasland de solidariteitsdag met Venezuela steunt, doet Gust niettemin hopen dat er nog plaats is voor dergelijke initiatieven in heel het ABVV. Hij vertelde dat ACOD-Limburg twee jaar geleden al Chavez heeft verkozen tot eremilitant. Voor hem moeten “de vakbonden de Bolivariaanse Revolutie promoten. In het Zuiden zijn er mensen die willen breken met imperialisme en kapitalisme. Dat geeft mij hoop en wij moeten dit als vakbond steunen!”